Home 1 2 3 4 5
winkelstories * * * * * auteur & copyright: els van wageningen email [email protected] * * * * * webdesign: wynneconsult email [email protected]
hoofdartikel (3)

De apotheek in de negentiende eeuw

Van 1806 - 1875 was de apotheek in handen van Hendrik Meijer en zijn zoon Everwijn. Van de honderden plantjes die zij in de schappen van hun winkel hadden staan, moesten zij de Nederlandse-, de Latijnse- en de Volksnaam uit het hoofd weten. De hele dag stonden zij poeders te vouwen, infusen en decocten te koken, voorraden zalf te maken, pillen te draaien, zetpillen en ovules te gieten en ga zo maar door. Behalve geneesmiddelen leverden zij ook nog bronwater, eigengemaakte kruidenwijnen, limonades, conserven, vruchtensappen en gelei af. Zij werden in 1875 opgevolgd door de huidige naamgever van de apotheek Wijnand Hendrik van der Meulen.

Apothekers Hendrik en Everwijn Meijer

Hendrik Meijer, geboren in Amsterdam in 1778 was de laatste leerling die bij Evert Everwijn in dienst was. Na zijn apothekersexamen in 1806 nam hij de apotheek over. Hij zette de apotheek onder de naam Everwijn & Meijer in de adresboeken en gaf later zijn jongste zoon en opvolger de voornaam van zijn schoonvader uit Burgsteinfurt, wat toevallig ook de achternaam was van zijn leermeester, Evert Everwijn. Everwijn Meijer nam in 1848 de apotheek van zijn vader over. In de antieke lessenaar in de winkel zijn twee boekjes van hen achtergebleven: E�n met handgeschreven recepten beginnend in 1847 en ��n uit 1864 met daarin de inhoud van de apothekerswinkel ofwel �Van hetgeen in de flesschen en doozen is op de planken en in de kasten�. Dat was heel wat. Bijna duizend verschillende kruiden, geneeskrachtige planten, specerijen, wortels, harsen, zouten, metalen, mineralen, dierlijke producten, extracten, siropen en chemicali�n. De verwerking van geneeskrachtige kruiden tot medicijn, was arbeidsintensief. Planten moesten eerst gesneden of gehakt worden en vervolgens fijngestampt. Dan werden er aftreksels van gemaakt, die gebruikt werden in stropen, tincturen en extracten.

Epidemie�n

Hendrik en Everwijn Meijer werden in hun tijd regelmatig geconfronteerd met cholera-epidemie�n, een nieuwe plaag afkomstig uit Azi�, die voor het eerst opdook in 1832. De ziekte kon binnen enkele uren fataal zijn. Verspreid over de 19de eeuw waren er vier epidemie�n, de hevigste was die van 1848 �1849. Cholera werd ook wel de �blauwe dood� genoemd. Het gezicht kreeg een loodkleurige tint, het lichaam was ijskoud en handen en voeten vertoonden blauw gekleurde nagels. De verpauperde stadswijken, ook op en rond de Geldersekade, werden het zwaarst getroffen. Ook andere epidemie�n maakten veel slachtoffers, pokken vooral in 1864 en 1871. Apotheker Everwijn Meijer verkocht eigenbereide anticholera druppels voor 30 cent per flesje, Guttae Bleekeri genoemd, naar dokter P. Bleeker, schrijver van het boekje: "De Cholera: wenken voor allen". De druppels bevatten opiumtinctuur, aether met spiritus en pepermuntolie voor de smaak.

Apotheker Wijnand Hendrik van der Meulen

In 1875 komt de naamgever van de huidige apotheek ten tonele: Wijnand Hendrik van der Meulen (1824 -1907). Hij werd vlak bij de apotheek geboren, op de O.Z. Achterburgwal bij de Lange Niezel. Zijn vader Jacob van der Meulen was Hoofd Visiteur der In� en Uitgaande Regten van Heeswijk en later van Rotterdam. Wijnand van der Meulen deed na zijn opleiding aan de Klinische School in Amsterdam in 1846 apothekersexamen en verhuisde vervolgens naar Steenwijk. In 1852 komt hij terug in Amsterdam, waar hij zich associeert met apotheker Nicolaas Mouthaan in de Hartenstraat, nu nr 13. In 1856 verhuist hij naar Apotheek Frederiks op de Nieuwmarkt, nu nr 11. Tenslotte koopt hij in oktober 1875 de apotheek van Everwijn & Meijer schuin aan de overkant. Zijn apotheek op de Nieuwmarkt die al bestond sinds 1739, werd vervolgens opgeheven.

Commerci�le receptuur

Naast het offici�le receptuurboek, de Pharmacopee, had elke apotheker wel een handgeschreven boekje waarin hij zijn eigen speciale recepten schreef. Van Everwijn Meijer is zo�n boekje bewaard gebleven, dat begint in 1847. Halverwege de 19de eeuw zou de behoefte aan niet offici�le, maar min of meer gangbare receptuur groot zijn. De zogenaamde commerci�le receptuur. In het handgeschreven receptenboekje van Everwijn Meijer uit 1847 staan o.a. recepten voor Snuifpoeder, Slemppoeder, Pillen tegen den Lintworm, Vruchtensiroop, Eau de Cologne, Laxerend pruimenconserf, Zalf voor het groeyen van het haar, Riekmiddel tegen verkoudheid, Tandenwater, Punchsiroop met rum, Tinctuur Episcopalis met kruidnagel, kaneel en gember, Frambozenazijn en siroop, Bessensap, Schoensmeer, Buskruit, Wit- en rood Bengaals vuur, Kruidenazijn, Inkt en Zegellak. Ook een voorschrift om gelatine te maken van het schaafsel en de krullen van Cornu Cervi (hertshoorn).

Boekje met �Inhoud van den winkel� uit de tijd van Everwijn Meijer, anno 1864. �Van hetgeen in de flesschen en doozen is� op de planken, in de kasten en in de laden onder de toonbank.

Klik voor vergroting

Handgeschreven boekje met speciale recepten uit de nalatenschap van Apotheker Everwijn Meijer (1847)

Flessen uit de periode Everwijn & Meijer, plm. 1850, waarin Tinctuur Radix Jalapae, Spiritus Polyaromaticus en Tinctuur Alo�s ofwel Elixer Proprietatis. Het laatste was een nogal drastisch laxeermiddel.

Kinine

Nadat de Franse apothekers Pelletier en Caventou begin 19de eeuw de kinine hadden ontdekt, bereidde Amsterdamse apothekers het nieuwe alkalo�de uit de uit Zuid-Amerika ingevoerde kinabast. In 1881 werd de Amsterdamse Chininefabriek opgericht. In het archief van de apotheek op de Geldersekade zit nog een boekje met Kina recepten uit 1931, een uitgave van het Bureau tot Bevordering van het Kinine-Gebruik, Amsterdam. Het leek een probaat middel te zijn bij vrijwel elke ziekte.

Klik voor vergroting

In de 19de eeuw was het heel normaal dat apothekers eigenbereide vruchtenlimonades verkochten.

Klik voor vergroting

Negentiende eeuwse flesjes met diverse grondstoffen in het wandkastje in de winkel.

Klik voor vergroting

Op 15 juni 1812 werd vlakbij de apotheek voor het Waaggebouw voor het eerst in Amsterdam de guillotine opgesteld. Ten overstaan van een grote menigte nieuwsgierigen werden Hester Rebecca Nepping, Adriana van Rijswijk en Gerrit Verkerk, die schuldig waren bevonden aan vergiftiging, ter dood gebracht. Stadsarchief Amsterdam

Klik voor vergroting

Blikje van Brocades & Stheeman, waarin een brok Oleum Myristicae expressum. Een mengsel van vette en vluchtige olie, verkregen door warme persing uit muskaatboter. Gebruikt als reukmiddel, wrijfmiddel en aborticum.

sluiten

sluiten

sluiten

sluiten

sluiten

sluiten

sluiten

sluiten

sluiten

sluiten

sluiten